De dans - René Rosmolen - beeldmeditatie 2019/4
Hendrik Nicolaas Werkman (Leens, 1882) is bekend geworden door zijn ‘druksels’, die hij tussen juni 1941 en december 1943 maakte bij de Chassidische legenden van de Baalschem (1932) van Martin Buber. Drie dagen voor de bevrijding van Noord-Nederland werd deze kunstenaar met negen anderen gefusilleerd in de bossen bij Bakkeveen.
In 1983 werden zijn voormalige werkruimten, op de bovenverdieping van een pakhuis aan Lage der A nummer 13 in Groningen, verbouwd tot atelier. In het Grafisch Museum Groningen is een Werkman-atelier ingericht, waar aan de hand van authentiek materiaal wordt getoond hoe Werkmans technieken tot stand zijn gekomen.
We kijken naar ‘druksel 18’: ‘De sabbat der eenvoudigen’.
Ooit schreef Huub Oosterhuis bij deze afbeelding het volgende:
Je ziet een eenvoudige kamer, twee oude mensen die dansen. Hoekige mensen, hij donker, stram, zij nog speels. De achtergrond is licht. Zij dansen van geluk dat zij nog bestaan. Maar ook ingetogen omdat het leven zwaar is. Zij dansen omdat er licht is in hun huis, omdat zij elkaar kunnen zien, omdat er een groot licht beloofd is. Zij dansen de vreugde van een nieuwe wereld. De bestemming van de mens: bevrijding uit ieder denkbaar slavenhuis. Zij dansen omdat zij mensen zijn gelijkend op de Eeuwige, geboetseerd naar Zijn beeld. Zij dansen omdat zij in dit weten onaantastbaar zijn, zo arm als ze zijn. Ja, zij dansen de onbewijsbare ervaring gekend te zijn, de rust en de zekerheid van de liefde.
De woorden van Oosterhuis raken me.
Er wordt gedanst.
Tot in de oude dagen.
Gedanst door getekende mensen die weet hebben van het lijden.
Die tegelijk het dansen niet laten kunnen.
Vanwege het goede leven en een onaantastbaar weten.
Hun dans verbeeldt een vreugdevol vermoeden van overstijgende liefde en een beloofd licht.
Afbeelding: H.N. Werkman, ‘De sabbat der eenvoudigen’, (1941/44)