Door de ogen van Jan Mankes - René Rosmolen - beeldmeditatie 2021/4
Van de thema’s waarvan Jan Mankes (1889-1920) zich bediende behoren het landschap, het portret en het stilleven tot de klassieke genres. Aan dieren als zelfstandig thema werd door kunstenaars nauwelijks aandacht gegeven. Daarin lijkt in de tweede helft van de negentiende eeuw verandering te komen, doordat schilders ‘en plein-air’ begonnen te werken. Maar ook in hun schilderijen waren dieren nauwelijks meer dan een ornament in een landschappelijke omgeving.
Jan Mankes is een van de eerste kunstenaars in Nederland die zich specialiseerde in ‘het portretteren’ van dieren. In zijn korte leven heeft deze schilder een omvangrijk oeuvre opgebouwd van dierschilderijen, waarbij hij (als vrijzinnig gelovige) op zoek was naar het geestelijke achter het stoffelijke. Elke dier, hoe klein ook, zoals een muisje, een vogeltje, een geitje, bevat een spirituele waarde en verdient het om op een spirituele wijze benaderd, waargenomen en weergegeven te worden.
In een van zijn laatste brieven blikt Jan Mankes terug op zijn korte (schilders)leven en kunstenaarschap.
‘Ik moet de balans op maken’, schrijft hij, ‘ik moet bedenken dat een grote waarschijnlijkheid bestaat dat wat ik maakte mijn levenswerk zal blijven. Mijn hele leven heb ik geofferd aan dat ene: schilderen.
Maar nu denk ik na en vraag me af: is het wel van enige betekenis geweest wat ik deed? Is het iets … of is het inderdaad veel wat ik de mensen gegeven heb?
Een goed dierschilder moest ik immers zijn. Hing ik niet met heel mijn hart aan de dieren en aan het schilderen?’
Met deze fijnzinnige en kwetsbare dierportretten neem ik afscheid van de papieren versie van Handelingen. Ook ik blik terug. Precies een decennium mocht ik als beeldredacteur het beeld verzorgen. Ik hoop dat het van enige betekenis is geweest en dat u als ‘woord-lezer’ ook oog hebt gekregen voor ‘beeld-kijken’.
afbeelding: Jan Mankes, 1913