1998/3 De pastor als theoloog. Over de betekenis van theologische theorie voor het pastoraal handelen
Editieredactie: Tjeu van Knippenberg & Hans Schilderman
Het is niet toevallig dat in de redactie van Praktische Theologie het idee opkwam om via een themanummer in te gaan op de betekenis die de theologische theorie heeft voor het pastoraal handelen. Deze relatie is enerzijds vanzelfsprekend, anderzijds is er op vele plaatsen een kritische vraag over de feitelijke verhouding. Zo wordt binnen de beweging van de Klinische Pastorale Vorming al jarenlang de constatering herhaald dat theologie als zodanig hooguit een bijrol vervult in het pastorale gesprek. Niet iedereen is daar tevreden mee. Want waarom zou je een schat aan inzichten, collectief totstandgekomen door de eeuwen heen en persoonlijk verworven in de arbeid van een jarenlange studie, laten liggen? Of is het een verborgen schat? Is zij wel een eigen bijdrage om er de werkelijkheid mee te verstaan? Hoe moeilijk is het om theologisch verkregen inzicht te communiceren?
Om in dit themanummer op het spoor te komen van een antwoord op deze vragen, is er gekozen voor een driedelige opzet. Het eerste deel is algemeen en inleidend. Onder de titel De pastor als theoloog wordt de verhouding tussen theologie en pastoraal handelen nader geëxploreerd. Door de bijdrage Kritieke incidenten in de pastorale arbeid krijgt u inzicht in de methode die is gebruikt om pastores in staat te stellen verslag te doen van de feitelijke relatie die zij hanteren tussen theorie en praktijk. In het tweede deel staan de interviews die met vier pastores zijn gehouden. De artikelen bevatten het verslag van een reeks gebeurtenissen en van de wijze waarop pastores daarmee omgingen. Zij geven het resultaat van de incidentbeschrijving door de pastor en van een gesprek daarover tussen betreffende pastor en de schrijver van het artikel. Het derde deel bevat reflecties op en naar aanleiding van de praktijkverslagen. Een systematisch-theoloog, een
godsdienstpsycholoog en twee praktisch-theologen gaan vanuit hun disciplines in op wat zij waarnemen in de gehanteerde praktijk-theorie-verhouding.
redactie
Tjeu van Knippenberg, Ten geleide (189)
INLEIDEND
Tjeu van Knippenberg, De pastor als theoloog (191)
Hans Schilderman, Kritieke incidenten in de pastorale arbeid (206)
PRAKTIJK
Gerben Heitink, ‘Ik ben meer theologisch bezig dan ik dacht…’ (218)
Wim Rooijakkers & Martine Bakema, Kerk en geloof (230)
Nelleke Boonstra, Gemeenteperikelen en de rol van de predikante (246)
Hans Siemerink, Een stervende mens is op weg naar God (259)
REFLECTIE
Wiel Logister, Vrijmoedige reflecties naar aanleiding van ‘critical incidents’ (268)
Rein Nauta, Theologie als handicap (281)
Rein Brouwer, Descriptieve theologie van de pastor (291)
Hans Schilderman, Naar een pragmatische hermeneutiek van pastoraal optreden (309)