1995/2 De toekomst van het pastorale beroep. Hoe blijf ik als pastor overeind?
Redactie: Dr. G Heitink & dr. HJ.M. Vossen
In een tijd van secularisatie en kerkverdamping staan ambt en beroep van pastor aan grote spanningen bloot. Een functie die aan maatschappelijke geloofwaardigheid inboet, kan bij hen die haar uitoefenen gemakkelijk leiden tot onzekerheid en twijfels over eigen funclioneren. Wanneer bovendien de werkdruk toeneemt, dringt zich de vraag op: Hoe blijf ik als pastor overeind?
In dit themanummer wordt een beeld gegeven van de wijze waarop pastores en predikanten in deze tijd met him ambt en hun werk omgaan. Daarvoor wordt aangesloten bij recent onderzoek, dat via interviews met een vijftal rooms-katholieke en protestantse pastores, werkzaam in het basispastoraat, wordt uitgediept. Thema's als ambt, professionaliteit, privacy, spiritualiteit en opleiding komen hierbij aan de orde. Aan dit materiaal zijn een vijftal pastoraal-theologische reflectles toegevoegd, van de hand van theologen die verbonden zijn met de opleiding, begeleiding en nascholing van pastores.
Er biijkt naast voldoening, bezieling en vakbekwaamheid ook sprake te zijn van teleurstelling en gebrek aan professionaliteit. Dit nummer wil naast een reëel beeld van pastores en hun werk een bijdrage leveren tot een beter functioneren in ambt en beroep.
De toekomst van het pastorale beroep is bedoeld voor pastores, voor hen die bij de opleiding en toerusting van pastores betrokken zijn en voor alien die geïnteresseerd zijn in ontwikkelingen op het gebied van kerk en geloof.
G. Heitink & H. Vossen, De toekomst van het pastorale beroep. Hoe blijf ik als pastor overeind? (121)
I. Beroep in beeld
R. Nauta, Het kairologisch misverstand. Pastoraat in een individualistische cultuur (126)
J. Schilderman, e.a., Pastorale bekwaamheid als kerkelijke survival-strategie (141)
J. Oortgiesen, De identitelt van de predikant in het geding (164)
II. Pastores aan het woord
J. Pieper, Interview met een pastor nit het midden des lands (184)
F. Wolswijk, 'Een nieuwe lijn in de geschiedenis opbouwen' (191)
G. Zuidberg, Zoekend naar een verbinding iussen binnen- en buitenkant. Gesprek met een r.k. priester met ziekteverlof (197)
F. Wolswijk, 'Liever achteraan dan vooraan in de kerk' (204)
F. Wolswijk, '... dat iemand de oude taal spreekt en ik de nieuwe taal, maar dat je elkaar wel verstaat!' (209)
G. van Dam, Hoe zie ik mezelf als pastor? Over inspirerende en belastende beetden in het eigen pastor-zijn (215)
III. Perspectieven
J. van Nijen, Voorganger van professie (226)
C. Boonstra, De pastor in het ambt. Met collega's deel ik het ambt (237)
A. Spijkerboer, De predikant(e): nabij en anders (249)
J. Nibbelke & B. Wolbers, Een spiritualiteit die weerbaar en open maakt (254)
K. Sonnberger & A. Polspoel, Identiteitsontwikkeling en pastorale competentie (264)
G. Heitink & H. Vossen, De toekomst van het pastorale beroep (276)