2001/3
Artikelencluster: De kerk en stille tochten tegen geweld
Corja Menken-Bekius, De kerk en stille tochten tegen geweld.
Leon Bal & Monique van Dijk-Groeneboer, Praktisch-theologische overwegingen bij een nieuw ritueel
Leon Bal, Monique van Dijk-Groeneboer & Corja Menken-Bekius, De stille tocht van Gorinchem. Een sociologische analyse
Corja Menken-Bekius, Leon Bal, Monique van Dijk-Groeneboer, De beleving van de stille tocht van Gorinchem. Pastoraal-theologische overwegingen
Artikelencluster: Ronwbegeleiding
Tjeu van Knippenberg, Rouwbegeleiding: de relig'teuze dimensie
Piet van den Akker,Rouwverwerkingsgroepen in de rooms-katholieke geloofsgemeenschap
Overige artikelen
Menno Zandbergen, Pastoraat via internet
Nanne Haspels, Keuze voor klein
Hanneke Meulink-Korf, Kracht en kruis
Gerrit Intmink, In gesprek met de 'New Homiletic'. Literatuurbericht homiletiek
Gerrit Iminink, Overige recente homiletische literatuur. Literatuurbericht homiletiek (vervolg)
Rinze Houtsma, In memoriam: prof. dr. Heije Faber. Nestor en initiator van de Klinische Pastorale Vorming
Als opening van deze editie een artikelencluster over stille tochten tegen geweld. In een drietal bijdragen - van de hand van Corja Menken-Bekius, Leon Bal en Monique van Dijk-Groeneboer -gaat het over de vraag wat de betekenis is van dergelijke tochten en wat daarbij de rol kan zijn van de kerk en de plaatselijke pastor. De beantwoording van de deze vraag vindt - nadat is vastgesteld dat stille tochten zich hebben ontwikkeld tot een eigentijds collectief ritueel - piaats aan de hand van een analyse van de gebeurtenissen in Gorinchem (schietpartij bij cafe Bacchus). Na een beschrijving en een sociologische analyse van die gebeurtenissen, komen ook de belevingen van individuele deelnemers in beeld. Op basis daarvan komen de auteurs tot praktisch-theologische overwegingen en suggesties die te situeren zijn in het grens-gebied van liturgie en pastoraat.
Een tweede artikelencluster is gewijd aan rouwverwerkingsgroepen en aan de religieuze dimensie van rouwbegeleiding. In een rouwverwerkingsgroep komen mensen bij elkaar met als doel wederzijds steun en hulp te bieden in de verwerking van het overlijden van een persoon met wie men een betekenisvolle relatie onderhield. De schrijver van het eerste artikel - Piet van den Akker - gaat eerst na in hoeverre het verschijnsel van de rouwverwerking in groepsverband binnen de rooms-katholieke geloofsgemeenschap verbreiding heeft gevonden. Een tweede onderwerp betreft de wijze van functioneren van rouwverwerkingsgroepen: wat willen ze en hoe zijn ze opgezet? Ook de ervaringen van degenen die als nabestaanden aan een rouwverwerkingsgroep hebben deelgenomen komen aan de orde. In een afsluitende paragraaf wordt in meer beschouwende zin ingegaan op enkele kernthema's van de rouwbegeleiding. Het tweede artikel biedt nadere reflecties over de religieuze dimensie in rouwbegeleiding. De auteur, Tjeu van Knippenberg, sluit aan bij de conclusie uit het voorgaande artikel dat er een grote verlegenheid aanwezig is in het spreken over zin en geloof met iemand die zojuist het eigen centrum van levenszin is kwijtgeraakt. Eerst bespreekt hij daarom wat er gebeurt met het levensverhaal van iemand die een zwaar verlies lijdt. Vervolgens kijkt hij naar de wendingen in het levensverhaal vanuit drie perspectieven: vanuit een sociaal-psychologisch perspectief, vanuit het perspectief van de zingeving en vanuit het perspectief van de religie.
Pastorale zorg via internet: welke eigen kenmerken en functies zijn ermee verbonden en welke ethische vragen zijn er bij te stellen? Deze vragen komen aan de orde in een artikel dat gebaseerd is op de doctoraalscriptie van de auteur: Menno Zandbergen. Achtereenvolgens gaat het over de communicatieve aspecten, de inhoudelijke kenmerken en de functies van internetpastoraat. De observaties en conclusies van de auteur zijn gebaseerd op de analyse van 111 websites en 298 e-mailberichten. In het kader van de ethische doordenking van internetpastoraat staat de schrijver niet alleen stil bij een wenselijke gedragscode, maar noemt hij ook dilemma's rond privacy en rond de vraag wie verantwoordelijk is voor het pastorale contact.
De centrale vraag in het daaropvolgende artikel, geschreven door Nanne Haspels, is welke toekomstkansen kleine protestantse kerken hebben naast (buiten) het grotere Samen op Weg-verband. De beantwoording geschiedt op basis van een onderzoek onder met name toetreders in de Remonstrantse Broederschap. Dit vanouds vrijzinnig kerkgenootschap biedt plaats aan moderns, mondige, geïndividualiseerde mensen. Telkens wanneer in de grotere kerken de teugels worden strakgetrokken, blijken mensen in bijvoorbeeld de Remonstrantse Broederschap een vrijplaats van geloven te vinden.
In de rubriek 'Boek' besteedt Hanneke Meulink-Korf op ons verzoek aandacht aan het boek van Riet Bons-Storm Kracht en kruis. Pastoraat met oudere vrouwen.
Van de hand van Gerrit Immink volgt dan het literatuurbericht homiletiek, dat in twee delen uiteenvalt. In een eerste deel aandacht voor recente ontwikkelingen in de Amerikaanse homiletiek tegen de achtergrond van het paradigma van de 'New Homiletics'; het tweede deel is gereserveerd voor 'overige' homiletische literatuur.
Tot slot een bijdrage van Rinze Houtsma: een in memoriam voor Heije Faber, waarin aandacht voor diens betekenis voor de Klinische Pastorale Vorming in Nederland.