2005/4 Transmuralisering als actueel veranderingsproces
Artikelencluster: Transmuralisering als actueel veranderingsproces – beschrijving en reflectie
Henk Veltkamp, Geestelijke verzorging: aan bed gebonden of transmuraal? 403
Corry van Straten, De vreemde ander dichterbij (421)
Wija van der Kaaden Huttinga, Transmuralisering: een veranderingsproces voor kerk en instelling (440)
Herman P. Meininger, Transmuralisering en integratie. Geestelijke verzorging tussen idee en praktijk van vermaatschappelijking van de zorg (452)
In vrijwel alle sectoren van de gezondheidszorg is er momenteel sprake van een proces van transmuralisering, dat wil zeggen de verplaatsing van zorg die tot dan toe verleend werd binnen de muren van een ziekenhuis of een instelling voor verstandelijk of lichamelijk gehandicapten. In een artikelencluster beschrijven eerst drie ervaringsdeskundigen deze kanteling. Zij laten zien wat de onderliggende motieven zijn voor én wat de gevolgen zijn van dit proces, zowel voor de geestelijk verzorgers die verbonden zijn aan zorginstellingen, als voor basispastores en lokale zingevingsnetwerken.
Aan de hand van enkele casussen schrijft Henk Veltkamp over de dilemma’s die ten gevolge van de transmuralisering van de ziekenhuiszorg ontstaan voor de geestelijke verzorging. Is er aanleiding en zijn er mogelijkheden om met de geestelijke verzorging aan te sluiten bij het proces waarbij de zorg voor somatisch zieken zich (idealiter) voltrekt in het kader van een integrale zorgketen (onder andere ziekenhuis – polikliniek – thuiszorg – verpleeghuis)? Op grond van een kleinschalig onderzoek lijkt de conclusie gewettigd dat de geestelijke verzorging inderdaad op een zinvolle manier kan aansluiten bij de behoeften van patiënten door de geestelijke verzorging als kwaliteitsonderdeel van de zorg óók te integreren in de periklinische trajecten van die zorg.
Corry van Straten beschrijft en analyseert het proces van transmuralisering en vermaatschappelijking van de zorg vanuit het perspectief van de geestelijke verzorging in een psycho-medische instelling. In het bijzonder besteedt zij aandacht aan de filosofische, religieuze en multiculturele aspecten van dit proces.
Wija van der Kaaden Huttinga heeft als een ‘grensganger’ tussen een instelling voor meervoudig gehandicapten enerzijds en de kerkelijke gemeente anderzijds gekeken naar het proces van transmuralisering en naar de kansen en problemen die door dit veranderingsproces ontstaan. Zij formuleert hoe de interventiemethode ‘Zoekprocessen’ van Andries Baart wellicht ingezet kan worden bij dit veranderingsproces.
In een afsluitend reflectieartikel binnen dit cluster gaat Herman P. Meininger in op de vraag wie geestelijk verzorgers eigenlijk tot hun cliënten mogen rekenen en hoe ver dat contact mag reiken in ruimte en tijd. Daartoe brengt hij eerst de verschillende motieven achter het proces van transmuralisering in beeld om vervolgens stil te staan bij de gevolgen van de gesignaleerde ontwikkelingen voor zowel geestelijk verzorgers die verbonden zijn aan zorginstellingen, als voor basispastores en lokale zingevingsnetwerken. Ten slotte presenteert hij een model dat mogelijk kan helpen als referentiekader van een voluit cliëntgericht praktisch handelen waarbij recht gedaan wordt aan de verschillende motieven en perspectieven die in het geding zijn.
Het begrip ziel behoort niet meer tot het vanzelfsprekende vocabulaire van de hedendaagse theologen. Tegen gerechtvaardigde weerstand tegen het begrip ziel in houdt Doris Nauer een pleidooi voor zielzorg als een specifieke christelijke vorm van geestelijke verzorging. Uitgaande van een multidimensioneel begrip van ziel geeft zij inhoudelijk invulling aan het begrip zielzorg. Op grond van deze invulling pleit zij voor het zelfbewust invoeren van het begrip zielzorg en zielzorger, daarmee zowel het niet waarden-neutrale karakter van de christelijke geestelijke verzorging in instellingen markerend, alsook de attractiviteit en de geloofwaardigheid vergrotend van parochies en gemeenten als ervaringsgebieden van geleefde spiritualiteit en medemenselijke solidariteit.
Van de hand van Rein Brouwer is een overzicht van ‘congregational studies’, een begrip waarmee zowel een praktisch-theologische discipline als een analytisch model wordt aangeduid. In dit overzicht ligt de nadruk op de presentatie van ‘congregational studies’ als een adequaat praktisch-theologisch analysemodel voor lokale geloofsgemeenschappen.
In een drietal literatuurrubrieken achtereenvolgens aandacht voor een nieuw oecumenisch handboek diaconiewetenschap: H. Crijns e.a. (red.), Barmhartigheid en gerechtigheid, voor recente publicaties en ontwikkelingen op het gebied van de praktische theologie in de gelijknamige kroniek, en voor nieuwe publicaties binnen de liturgiewetenschap.
Overige artikelen
Doris Nauer, Pleidooi voor de zielzorg (465)
Rein Brouwer, De praxis van God in de plaatselijke geloofsgemeenschap. Theologie in congregational studies (484)
Gerrit Jan van der Kolm, Barmhartigheid en gerechtigheid. Een nieuw oecumenisch handboek ‘diaconiewetenschap’ (502)
Gerrit Immink, Kroniek Praktische Theologie. Een literatuurbericht (512)
Paul Post, Re-inventing liturgy: de Liturgische Beweging voorbij. Literatuurbericht liturgiewetenschap (532)