2010/4
Editieredactie: Henk de Roest
Johan Smit, 'U bent zeker geen echte dominee!' Over pastoraat en discipelschap
Tijdens cursussen over pastorale gespreksvoering kom ik regelmatig professionele en lekenpastores tegen, die in hun pastorale bezoeken willen getuigen van hun geloof in Jezus Christus. Hun ervaring is echter dat ze met hun geloofsgetuigenis gemakkelijk kortsluiting in het gesprek veroorzaken. Ze willen daarom leren hoe ze God en Jezus wél op een vruchtbare manier ter sprake kunnen brengen. In dit artikel wil ik nader op die vraag ingaan. Ik ga daarvoor in gesprek met het artikel ‘Pastoraat als discipelschap’ van Reijer de Vries in Handelingen 2009/1.
Reijer J. de Vries, Een praktijk van barmhartigheid. Reactie op Johan Smit
Moet en mag Jezus buiten het pastorale gesprek blijven? Juist wanneer de pastor de ander ziet in het licht van Gods liefde, kan Jezus nooit buiten het gesprek blijven, ook al hoeft de pastor dat niet altijd uit te spreken. Een christologische en een pneumatologische insteek zijn geen concurrenten. Ze vullen elkaar aan, zoals de Geest alles neemt uit Christus en Christus werkzaam is door de Geest.
Christien Flier, Kunst en tekst als hulp bij hervertellen en verwerken
Wanneer mensen naar aanleiding van kunst en teksten terugkijken, vertellen en hervertellen, wordt steeds iets opgeroepen dat vroeg om reflectie en interpretatie. Christien Flier maakte drieluiken met tekst-afbeelding-tekst, voortkomend uit intensieve gesprekken met mensen die verhaalden van verlies.
Dominiek Lootens, ‘Kom mee, er is iemand die alles van mij weet’ Een bijbels-theologische meditatie over het pastorale gesprek
Het stilstaan bij een goedgekozen bijbelfragment kan leiden tot een verbreding en verdieping van de eigen pastorale visie en aanpak. In deze bijdrage over Johannes 4,1-42, waar Jezus en de Samaritaanse vrouw met elkaar in gesprek zijn, wordt de lezer uitgenodigd om de eigen pastorale praktijk voor de geest te halen en in dialoog te brengen met de bijbelse tekst.
Pastor P, Pastor als bemiddelaar
Onderstaande casus boeit, omdat er verschillende problemen spelen. De afgrenzing tussen pastoraat en een juridische zaak, de rol van communicatieve problemen, en een mogelijk verband met ‘tucht’. Het gaat ook om de verhouding tussen kerk en staat. ‘Het raakt mij’, schrijft de pastor, ‘omdat het mij in het uitvoerende werk belemmert. Dat roept twijfel op of ik juist heb gehandeld. Welke rol kun je eigenlijk spelen in conflicten?
Marina Riemslagh, Bemiddelen? Als pastor? Van waaruit en waartoe? Reactie op een casus
Beste Pastor P,
De redactie van Handelingen vroeg mij te reflecteren op de casus die je voorlegt. Dat ik jou niet ken, niet zie hoe je op mijn woorden reageert, maakt het voor mij moeilijker om te spreken. In je verhaal merk ik een grote betrokkenheid op mensen, op wat ze meemaken en wat ze nodig hebben om te floreren. Ik merk ook dat het conflict zoals je dat beschrijft, jou hindert in deze betrokkenheid. Je openheid steunt mij jou met dezelfde openheid te benaderen.
Geertien Morsink, Een kwestie voor twee collega’s ‘op één preekstoel’
Schaven en slijpen aan de gedachtenisdienst: twee collega’s, twee tradities, wijkoverleg en ten slotte één vorm, waarin beide predikanten van harte kunnen voorgaan.
Thomas Quartier, Verbonden in herdenken. Gedachtenisvieringen als momenten van ritueel-liturgisch evenwicht
Het is niet vanzelfsprekend hóe gedachtenisvieringen vorm gegeven moeten worden. Er is discussie – tussen voorgangers en ook in de gemeente. Een discussie die de moeite waard is om gevoerd te worden. Mensen, binnen en buiten de kerngroep van een gemeenten, kunnen door gedachtenisvieringen in herdenken verbonden zijn – een herdenken binnen een liturgisch kader, dat recht doet aan persoonlijke aspecten én aan de liturgische traditie.
Klaas Touwen, Bijbellezen als ademhaling, lichaamswarmte, bloedsomloop. Over de praktijk van het lectoraat
Ooit werd in de calvinistische eredienst nìet als regel uit de Bijbel gelezen. Een preektekst (of Goethe-citaat) volstond. Er was wel een voorlezer, dikwijls de hoofdonderwijzer, maar hij las voor uit de Bijbel voorafgaand aan de dienst. Zodra de dominee binnenkwam, hield hij op. Abraham Kuyper rekent tot de vruchten van de Afscheiding ‘dat men de lezing der Heilige Schrift nu althans binnen den Dienst heeft getrokken’ (1911, p. 265.)
Dit artikel verkent het lectoraat: de kunst en kunde van het voorlezen uit de heilige Schrift in de setting van de liturgie. Het is geschreven uit de praktijk van ‘Neem en Lees – lectorentrainingen’, een protestantse dienstgroep van vijf theologen en meerdere logopedisten en zangdocenten die schriftlezers opleiden in kerk en klooster (Oskamp & Van Herk, 2005; www.schriftlezen-neemenlees.nl).