2010/1 Drugs- en straatpastoraat
Editieredactie: Henk de Roest & Annemie Dillen
Henk de Roest, Om de waardigheid van de beelddragers Gods. De theologische identiteit van het drugs- en straatpastoraat
Dit inleidende artikel situeert de context van dit themanummer over straat- en drugspastoraat: wat ging eraan vooraf? Daarnaast krijgt de lezer een goed beeld van de mensen met wie deze pastores werken en welke specifieke problemen verslaafden, dak- en thuislozen kennen. Ten slotte worden de verschillende werkplekken in Nederland en Vlaanderen genoemd en kort omschreven.
Nelly Versteeg, 'Laat het licht van uw gelaat over ons schijnen' (ps 67,2). Geloof en hoop in de Amsterdamse drugsscene
Onderstaand artikel beschrijft de activiteiten en werkomgeving van het Drugspastoraat Amsterdam (DPA): Welke plek heeft zij in de verslavingszorg? Waarin ligt haar eigenheid? Enkele illustraties geven een beeld van hoe de pastores werken. Er wordt ook ingezoomd op de bijbelse inspiratie van de pastor.
Bernadette van Dijk, Zegen. Praktische beschrijving van mijn identiteit als straatpastor
Waar hebben ‘de mensen van de straat’ iets aan en wat kan ik als pastor voor hen betekenen? De beantwoording van deze vraag gaat vergezeld van een aantal uitgangspunten: een pastor moet niet iemand willen veranderen, maar juist bijstaan in wat nu kan door de lat niet te hoog te leggen en door bevestiging te geven. Van belang is de wederkerigheid tussen de pastor en ‘haar’ mensen. De pastor moet ook naar zichzelf durven kijken, van de ander willen leren door samen een gemeenschap te vormen. En telkens opnieuw teruggaan en opnieuw beginnen: ‘Ik geef jou niet op!’
Klaas Koffeman, Het aangezicht van de eeuwige ligt op straat. Ontmoeting en gemeenschap in het straatpastoraat
Waarin liggen de kracht en de bezieling van de straatpastor? Kunnen we spreken van een ‘theologie van de straat’? In deze bijdrage worden enkele theologische aspecten verder doorgedacht door te kijken naar de pastorale grondhouding die wezenlijk lijkt in het werken als drugs- en straatpastor. Sleutelwoorden zijn diaconaat, presentie en gemeenschap. Zo worden veiligheid en rust gecreëerd en kunnen mensen zich met elkaar en met God verbinden.
Hans van Bemmel O.F.M. & Anita van Velzen, Echte ontmoeting. Naar een nieuwe spiritualiteit voor het drugspastoraat
De presentietheorie is van groot belang voor het straat- en drugspastoraat: het gaat er niet om mensen te veranderen, maar mensen nabij te zijn en naar hen te luisteren. Mee-leven door zichzelf als pastor aan te bieden en dit vanuit een bijbels-gelovige inspiratie die vooral de kwetsbare mens naar waarde schat. Het geloof doen, elke keer opnieuw!
Wieke de Wolff, Bron in de woestijn. Theologische identiteit van het straatpastoraat Utrecht
In dit artikel wordt ingegaan op de mens als beelddrager Gods. Niet alleen de pastor, die God in woorden en daden aanwezig wil brengen, maar ook de verslaafde, dak- en thuisloze zelf mag zich verstaan als geschapen naar Gods beeld. Welke beelden van God werken bevrijdend en ondersteunend? Wat betekenen joods-christelijke noties, zoals trouw, belofte, hoop, genade? De auteur gaat in op de eigenheid van het werk en de bezieling van de pastor. Ter beschikking staan werken aan wederkerigheid, symbolen, liederen en open staan voor aangename verrassingen.
Jurjen Beumer, Theologie van het drugs- en straatpastoraat. Een praktisch-spirituele reflectie
De eerste van de drie reflecties over de bijdragen van de drugs- en straatpastores heeft het over zogenaamde ‘voorkeuzes’ die onder meer schuilgaan achter onze eigen opvoeding en huidige maatschappelijk positie. Pastores dienen zich daar bewust van te worden, zodat ze de pastorale relatie niet in de weg staan. Daarnaast wordt er aandacht besteed aan de eerder genoemde noties ‘gemeenschap’, ‘spiritualiteit’, ‘meeleven’, ‘humor’ en ‘gebed’.
Herman Noordegraaf, Enige waarnemingen vanuit het diaconaat
Wat typeert drugs- en straatpastoraat als bijzondere vorm van diaconaat? In dit artikel gaat het over de theologische grondkeuze van het in relatie treden met mensen en hen bevestigen in hun waardigheid. De auteur ziet voor deze vorm van pastoraat ook taken op vlak van signalering en pleitbezorging. Tot slot wordt vanuit de eigen werkwijze en zeggingskracht dieper ingegaan op de plaats van het straat- en drugspastoraat ten opzichte van de overheid en de kerk als instituut.
Henk de Roest, 'Gespitste openheid'. Praktisch-theologische reflectie op de theologische identiteit van het drugs- en straatpastoraat
Deze laatste reflectie delft een theologie op uit de artikelen van de drugs- en straatpastores. Eerst wordt er gereflecteerd over hoe deze pastores God ter sprake brengen en hoe ze met de Schrift omgaan in hun werk. Vervolgens gaat de auteur in op vijf bewegingen die hij onderscheidt: het mens- en godsbeeld van de pastores en hun omgang daarmee, hun intenties, hun receptiviteit en ruimte voor wederkerigheid, hun aandacht voor verbinding en gemeenschapsvorming. Pastores blijken duidelijk te onderscheiden van andere hulpverleners. Ze maken verrassend veelzijdig gebruik van het tegoed van de christelijke traditie.