2011/4
Editieredactie: Henk de Roest
Alma Lanser, Leren leven in de gloria. Interview met Evert Jonker
Zijn moeder kon veertig minuten lang verhalen vertellen zonder dat je je een seconde verveelde. In het drukke Utrechtse eetcafé waar we neerstreken voor een interview, meldt Evert Jonker met zachte stem dat hij ‘wel op haar lijkt’. Ons gesprek bevestigt dat. Wij praatten twee uur, en af en toe een knikje, een hum of een samenvatting bleken voldoende om verteller Evert op stoom te houden.
Maarten den Dulk, Om te beginnen
Samen met Evert Jonker beluisterde Maarten den Dulk een afscheidspreek van een gezamenlijke studievriend. ‘God maakt het verschil’, klinkt het. Het zet Den Dulk aan tot een gedachte-experiment waarin het Hebreeuwse werkwoord bara onverwacht nieuwe betekenis krijgt. Over de praxis van God gesproken… Hier komen de contouren van nieuw leven aan het licht.
Gerrit Immink, Praxis van God?
In deze bijdrage wordt aandacht gevraagd voor de term ‘praxis van God’. Is die woordcombinatie van ‘praxis’ en ‘God’ houdbaar? Het praxisbegrip doelt op menselijke praktijken. Zou het mogelijk zijn om het begrip praxis van God daarmee in verband te brengen? En heeft dat zin?
Gijs Dingemans, Gods manifestatie in een materiële wereld. Drie zienswijzen
Nu de metafysica van een ‘bovenwereld’ of een ‘hemel’ is weggevallen; nu we beseffen te leven in een grenzeloze, kille, door de materie bepaalde kosmos, die door toeval en natuurwetten wordt beheerst; nu ook de traditionele antwoorden van de christelijke traditie uit onze samenleving zijn weggesleten, lijkt de vraag waar we de presentie en de praxis van God in onze moderne wereld moeten zoeken een van de meest existentiële problemen van onze tijd te zijn. Waar moeten we de diepste verankering en het meest fundamentele houvast voor ons leven zoeken? De auteur overweegt drie opties, die voor hedendaagse mensen aanlokkelijk lijken te zijn.
Wim Verboom, Ik wol ek sjonge
Onlangs gaf het kinderkoor Melody een uitvoering in de Dorpskerk in Hierden. Het was een complete happening om door de zingende en bewegende kinderen meegetrokken te worden. Ze zongen met mond en ogen, met hart en ziel, met hun hele lichaam. Ik werd er diep door geraakt. Ze zongen van God en zijn trouw, van Jezus en zijn liefde, van heil en hoop (Jonker 2003). En ineens zag ik het: hier gebeurt catechese; hier wordt geleerd door, met en ook van kinderen.
Albert Ploeger, Ruimte geven aan ‘het komen van God’
Waar draait het om in de catechetiek? Alles wat in kerkelijke leerprocessen gebeurt, zal in tune zijn met datgene waar het in Tenach en Evangelie om draait. Er gebeurt iets essentieels, er is aandacht voor de omgang van God en mens en voor de mensen onder elkaar. In dit artikel schetst de auteur van binnenuit wegen naar een persoonlijk beleefd geloof. Een uitgebreide versie van deze bijdrage is hier te lezen.
Evert Jonker, Gezichten zien (beeldbeschouwing)
Tjeu van Knippenberg, De ziel, een wichelroede
Zoals klanken betekenis krijgen via hun grondtoon, zo lijkt leren vruchtbaar te worden wanneer de ziel erin resoneert. Dit artikel laat zien hoe de ziel een oriëntatiepunt kan zijn onderweg. Zij werkt in mensen van alle tijden en kan de dagelijkse werkelijkheid relateren aan God die de bron ervan is.
Corja Menken-Bekius, Waken bij een grens
In dit artikel speurt de auteur naar wat mogelijk opening biedt aan de praxis van God bij het houden van een wake. Nauwkeurig beschrijft zij het ritueel van de wake die elke eerste zondag van de maand wordt gehouden bij het Detentiecentrum Kamp van Zeist, vlakbij de afslag Soesterberg van de A28. Zij neemt waar, geeft weer welke woorden klinken, wat wordt gezongen, gebeden en gedaan. Waarom deze wake? En waarom zo? Wat biedt dit ritueel en in welk perspectief kan het worden gezien? Waar wordt op gehoopt?
Geertje de Vries, Spreken omdat het nodig is. Een theologische reflectie op The Kings Speech
Kijkend naar een film gebeurt er van alles in het hoofd van de kijker. De kijker is niet alleen maar een spons, die het gebodene in zich opneemt. De beelden, verhalen en personages van het witte doek gaan een gesprek aan met wat zich in de biografie van de kijker heeft gevormd aan referentiekader. Zo wordt een nieuwe film, een nieuw verhaal geconstrueerd. De kijker geeft aan de film haar eigen zin.
Mi-Rang Kang, Jezus, de incarnatie van God. Vertolking van de Bijbel voor Koreaanse christenen
Dit artikel laat de betekenis van ‘het komen van God’ zien in de Koreaanse context. Hoe leerden Koreaanse christenen God kennen? Wat betekent God voor hen in hun dagelijks leven? De auteur zet haar persoonlijke reflecties in vier stappen uiteen. Ze kijkt naar het ontstaan van het Koreaanse christendom, dan naar de geschiedenis ervan, vervolgens naar de praktijk van het bijbellezen in het huidige Korea en ze sluit af met een reflectie op Jezus als incarnatie van God en daarmee op de incarnatie als hermeneutische methode.
Jaap de Lange, Ook bij de doop een dragend verhaal. Catechetisch-didactische overwegingen
De vraag mag gesteld worden of aan het ritueel van de doop in de gemeenschap het belang wordt toegekend dat het zo gezien verdient, en of het godsdienstpedagogisch wel de aandacht krijgt die het waard is. In deze bijdrage biedt de auteur enkele catechetisch-didactische overwegingen met het oog op de uitwerking in catechetische activiteiten voor verschillende leeftijdsgroepen.
Erna Zonne, Godsdienstpedagogiek behoeft nieuwe accenten
Dit artikel bericht over trends in het godsdienstonderwijs op basis van voor de godsdienstpedagogiek relevante publicaties vanaf 2006 tot 2011. Religie blijft voor jongeren belangrijk, maar het lijken vooral vage geloofsopvattingen die overheersen. Pluriformiteit en onkerkelijkheid, ook onder (aanstaande) leerkrachten, zorgen voor een behoefte aan nieuwe accenten in de studieboeken voor godsdienstonderwijs.