2014/4 Zingeving op hoge leeftijd
Editieredactie: Jessie Dezutter
INLEIDING | Jessie Dezutter
Zingeving op hoge leeftijd
Alhoewel er geregeld gewezen wordt op belang van zingeving in de laatste levensfase, blijkt de informatie rond deze thematiek toch eerder beperkt en fragmentarisch. Met dit themanummer wil Handelingen dan ook een belangrijke bijdrage leveren aan allen die – professioneel of privé – betrokken zijn op deze levensfase.
BESCHOUWING | Mia Leijssen
Existentieel welzijn bij ouderen
Wat betekent het om als mens te leven? Over welke krachtbronnen kunnen mensen beschikken om op de best mogelijke manier met problemen om te gaan? Dit artikel diept de verschillende bestaansdimensies uit en laat zien hoe positieve psychologie een negatieve kijk op ouder worden en zijn kan keren.
BESCHOUWING | Alfons Marcoen
Spiritualiteit op hoge leeftijd
Vanuit een ontwikkelingspsychologisch perspectief wijdt dit artikel eerst enkele beschouwingen aan empirisch onderzoek naar de rol van religie en spiritualiteit in het proces van optimaal ouder worden. Vervolgens wordt een schets gegeven van de integratieve gerotranscendentietheorie van Lars Tornstam.
VERSLAG | Liselotte Van Ooteghem
Het levensverhaal als bron van zingeving
De Hongaarse schrijver Konrad schreef ooit: ‘Vraag iemand naar de zin van zijn leven en hij vertelt je zijn levensverhaal.’ Ouderen die levensmoe zijn, worstelen met de vraag naar de zin van hun leven. Kan de narratieve constructie van zin een (preventief) hulpmiddel zijn om levensmoeheid bij ouderen aan te pakken? Kan het in kaart brengen van het levensverhaal van ouderen een manier zijn om de zin van het geleefde leven te ontdekken of misschien beter te herontdekken en hier kracht uit te putten om het voltooide leven verder kleur te geven? Mijn ervaring leert mij: ja, dat kan!
ONDERZOEK | Arjan Braam
Religiositeit en depressie
Een empirische queeste onder Nederlandse ouderen
Religiositeit en depressie op hogere leeftijd hangen op uiteenlopende manieren met elkaar samen. Empirisch onderzoek kan dit nader in kaart brengen, zoals het bevolkingsonderzoek onder Nederlandse ouderen in het kader van de Longitudinal Aging Study Amsterdam aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. De resultaten nuanceren vooroordelen, legitimeren dat religiositeit voor sommige ouderen relevant is, en geven richting. Oog houden voor steunende aspecten van religiositeit, alsook voor ‘spiritual distress’ blijft in toekomstig onderzoek nodig.
PRAKTIJK | Anne Vandenhoeck
Met de dood voor ogen
Professionele begeleiding bij het levenseinde van ouderen
Ouder worden is hoe dan ook leven met de dood voor ogen. Wat doet dat met een mens en hoe kan pastorale begeleiding daarop inspelen?
ONDERZOEK | Linus Vanlaere
Lijden aan het leven
Op zoek naar zinvolle zorg
Steeds vaker ontmoeten we ouderen in het woonzorgcentrum die ‘lijden aan het leven’. Ze geven aan dat ze ‘zo’ niet verder willen en dat de toekomst hun niets meer te bieden heeft. Willen we voldoende goede zorg bieden, dan is het goed meer zicht te krijgen op het lijden van deze ouderen die doorgaans levensmoe worden genoemd.
INTERVIEW | Nico Krijn
‘Je zoekt naar samenhang’
Lars Charbonnier over ouderen en de zin van het leven
Lars Charbonnier publiceerde dit jaar Religion im Alter. Eine empirische Studie zur Erforschung religiöser Kommunikation, met onderzoeksresultaten over de religieuze zingeving bij mensen van 75 jaar en ouder. Zijn oudere mensen religieuzer dan jongere? Wat betekent religie voor hen en hebben zij een antwoord op de vraag naar de zin van het leven? Deze en andere vragen legde Charbonnier, predikant en docent theologie in Berlijn, ouderen voor in twintig kwalitatieve interviews en verzamelde zo interessante gegevens. Het boek is inmiddels met twee wetenschappelijke prijzen onderscheiden. Nico Krijn sprak met Lars Charbonnier over ouderen en de ervaring van zinvol dan wel ‘zinvrij’ leven.
IN BEELD | René Rosmolen
Van schaduw naar schijnwerper
PRAKTIJK | Ann Bosmans
Heeft het nog zin?
Zingeving en dementie
Wanneer ik vertel dat ik werkzaam ben als psycholoog in een woonzorgcentrum en dat één van mijn kerntaken het ondersteunen en begeleiden van personen met dementie omvat, hoor ik vaak de bedenking: ‘Kun je daar nog wel iets doen? Wat voor zin heeft dat nog? Die mensen weten het toch niet meer.’