2014/1 Alleen samen?
Editieredactie: Ciska Stark & Martin Walton
INLEIDING | Ciska Stark & Martin Walton
Alleen samen?
Paradoxen van gemeenschapsvorming bij vieringen in een instelling
Soms heet het een viering of een kerkdienst. Soms een bezinningsmoment. Het vindt plaats in de kapel van het ziekenhuis, in een voor de gelegenheid omgebouwde fitnessruimte in de gevangenis of in een legertent op het platteland van Afghanistan. Vieringen in de marge van het ‘gewone’ leven, op plaatsen waar het samenleven gekleurd wordt door de specifieke situatie die mensen voor korte of langere tijd, vrijwillig of onvrijwillig samenbrengt.
VERKENNING | Thomas Quartier
Liturgische spiritualiteit als bron voor gemeenschap
In een ziekenhuis, een verpleeghuis, maar ook een intramurale instelling in de jeugdzorg of een gevangenis, leven mensen onder één dak. Onontkoombaar, al is het vaak maar voor een beperkte tijd. Je kunt het als bedreiging zien, als onaangename bijkomstigheid, maar ook als kans.
PRAKTIJK | Taco Bos
‘No man is an island’
De ernst van iemands psychische aandoening moet groot zijn, wil de arts tegenwoordig besluiten tot opname. GGZ-instellingen krimpen. Meer dan ooit is een opname tijdelijk. Is gemeenschapsvorming in deze setting mogelijk en wenselijk? Ligt hier een taak voor geestelijk verzorgers?
INTERVIEW | Ciska Stark
Een hele grote dosis argwaan
Harry Brandsma is theoloog en theatermaker. Dat komt van pas in zijn werk als geestelijk verzorger in de gevangenis en als medewerker bij Exodus Nederland. Daar begeleidt hij ex-gedetineerden bij hun terugkeer in de maatschappij.
PRAKTIJK | Annemieke Dekker
Met overgave meevieren
Hoe wordt er gevierd met mensen met een meervoudige beperking in de zorginstelling Bartiméus? Wat maakt hen tot een gemeenschap en wat is de plaats van het pastoraat en de vieringen in deze gemeenschap?
PRAKTIJK | Norbert de Kooter
Een moment van bezinning
Sinds 1964 werken er humanistisch geestelijk verzorgers bij Defensie. Op dit moment is de humanistische dienst, naast de protestantse en de rooms-katholieke, uitgegroeid tot één van de drie grote diensten. De geestelijk verzorgers werken op verschillende locaties en bij diverse eenheden in Nederland en daarbuiten, ook tijdens uitzendingen. Het is vooral tijdens deze uitzendingen en tijdens oefeningen dat geestelijk verzorgers bezinningsmomenten organiseren.
PRAKTIJK | Jolien Bos-de Lange
‘Varen, varen over de baren …’
‘Stommerd! Ik vind het niet leuk dat jij dat steeds doet hoor. Ga weg jij!’, klinkt het hard door de kerk. Terwijl ik iedereen welkom heet, moet er nog iets uitgevochten worden. Wanneer de gemoederen zijn bedaard, kunnen we verder. Om vervolgens nogmaals onderbroken te worden: ‘Mijn zus krijgt een baby!’, klinkt het enthousiast vanaf de eerste rij.
Zomaar een voorbeeld van een onrustig en oprecht begin van een viering binnen een instelling voor mensen met een verstandelijke beperking. Het laat belangrijke kenmerken zien van deze gemeenschap.
PRAKTIJK | Anne Gietema & Wouter Huizing
Vieringen in de ouderenzorg
Wat ouderen in de zorginstelling samenbrengt, is hun zorgafhankelijkheid. Ze hebben elkaar niet uitgezocht. Hoe dan werken aan verbinding en gemeenschappelijkheid? Kunnen zij wel een geloofsgemeenschap vormen?
PRAKTIJK | Luc Tanja
‘Dit verhaal gebeurt nog iedere dag’
Bijbelverhalen heel gewoon direct in het eigen leven plaatsen, is de kenmerkende manier van lezen binnen zowel het Drugspastoraat als het Straatpastoraat in Amsterdam.
Twee voorbeelden van bijbellezen komen in dit artikel aan bod. Ik doe verslag van een viering binnen het drugspastoraat en een ervaring met bijbellezen in het straatpastoraat. Vervolgens ga ik in op het soort gemeenschap dat in deze groepen ontstaat. Daarna zal ik nagaan in hoeverre de gangbare hermeneutische modellen inzicht geven in de leesstrategie van de deelnemers van drugs- en straatpastoraat. Ten slotte probeer ik aan te geven wat deze manier van bijbellezen van de pastor vraagt.
SLOTREFLECTIE | Ciska Stark & Martin Walton
Waarom de kring niet rond wordt
Gemeenschapsvorming in vieringen in bijzondere settingen
Deelgenoten-lotgenoten-bondgenoten
Vieringen in bijzondere settingen hebben twee brandpunten. Het eerste betreft het delen van een levensbeschouwelijke interesse. Dat kan de vorm nemen van gedeeld geloof en godsdienstigheid. Het kan ook de vorm nemen van een algemener betrokkenheid bij bezinning op levensvragen. Mensen komen ook naar vieringen omdat de sfeer anders is, of omdat daar dingen van het leven op een andere manier ter sprake komen. Wie geen toegang heeft tot een religieuze bijeenkomst van eigen kleur, sluit zich aan bij wat voorhanden is. Mensen komen om iets te delen en om in iets te delen. Wij noemen dat deelgenootschap.
Een tweede brandpunt is de aanleiding waarom mensen zich op dat moment op die plek bevinden. In een ziekenhuis of instelling voor ouderenzorg is dat een gevolg van opname. In de gevangenis is veroordeling de aanleiding, bij defensie stationering of uitzending. Voor een dakloze ligt het in de levensomstandigheden. De weg ernaartoe kan voor ieder verschillend zijn, maar op een of andere manier delen de aanwezigen om wie de viering wordt georganiseerd in dezelfde aanleiding, hetzelfde lot. Zij zijn lotgenoten.
Vaak wordt de intentie van een viering in beeld gebracht door het figuur van een kring. De mensen vormen een kring rondom een tafel of een kaars, of overdrachtelijk rondom een thema. Dat er sprake is van een tweede brandpunt, maakt dat de kring niet zomaar een mooie cirkel is, maar naar de vorm van een ellips neigt. In specifieke contexten speelt de specificiteit van de situatie ook inhoudelijk een rol.
Tegelijk is er een derde aspect. Want waar gevierd wordt, vormt zich een gemeenschap. Er kan een ‘bondgenootschap’ ontstaan dat niet alleen afleidbaar is uit het ‘deelgenootschap’ en het ‘lotgenootschap’. Over de condities waarin die gemeenschap (het bondgenootschap) zich vormt en de benodigde competenties van de geestelijk verzorger of andere voorganger gaat deze afsluitende reflectie. Kan zich een kring vormen? Of zijn andere beelden nodig?
TRENDBERICHT | HENK DE ROEST
Praktische theologie 2007-2012
Vanaf de geboorte van de discipline hebben vragen naar de thema’s die door praktisch theologen onderzocht zouden moeten worden en vragen naar de methoden om kennis te verkrijgen het onderzoek voortdurend begeleid. Kritische vragen zijn ook gesteld ten aanzien van de theorieën die de praktische theologie gebruikt om de verzamelde data beter te kunnen begrijpen. Daarnaast zijn regelmatig vragen gesteld over het theologisch karakter van de praktische theologie. Door al deze vragen is de praktische theologie in haar onderlinge discussies vaak met zichzelf bezig geweest. Tegenwoordig zien we echter dat deze vragen vooral in relatie tot concrete empirische onderzoeken opkomen.
IN BEELD | René Rosmolen
De schoonheid van onthaasting