2016/1 Radicaal geloven
Editieredactie: Hans Schilderman
INLEIDING | Hans Schilderman
Levensovertuiging en cultureel risico
Als inleiding op het thema ‘radicaal geloven’ schreef Hans Schilderman dit essay, dat eerder in een sterk ingekorte versie als betoog in NRC Handelsblad verscheen onder de titel ‘We zijn ons geloof kwijt, en de leegte is groot’.
BESCHOUWING | Peter Nissen
CULTUUR-HISTORISCH
Competitie en beloning in het hiernumaals
In het spreken over religie en geloof vallen momenteel met enige regelmaat woorden als ‘radicaal’ en ‘radicalisering’. Peter Nissen verkent in deze bijdrage welke betekenis het woord ‘radicaal’ heeft wanneer het in verband met geloven wordt gebruikt. Hij besluit met een oproep tot religieuze bescheidenheid.
ONDERZOEK| Elsbeth Visser-Vogel
BIOGRAFISCHE DIMENSIE
‘Orthopraxe’ moslimjongeren in Nederland
Hoe zij exploreren en participeren in de maatschappij
Hoe vinden strenggelovige moslimjongeren in Nederland een geaccepteerde manier van moslim-zijn? Welke keuzes maken zij? Op welke manier ontwikkelen zij hun religieuze identiteit? En wat zegt dit over hun staan in de maatschappij? Elsbeth Visser-Vogel, die hier promotieonderzoek naar deed, focust in deze bijdrage op het proces van exploratie en presenteert drie manieren waarop ‘orthopraxe’ moslimjongeren hun religieuze identiteit verbinden met hun participatie in de maatschappij.
BESCHOUWING | Christoph Hübenthal
MORAAL THEOLOGISCH
Radicaal geloof als drijfkracht van maatschappelijke vooruitgang
Er lijkt een antagonisme te bestaan tussen geloof en maatschappelijke vooruitgang. En hoe radicaler het geloof uitvalt, des te radicaler schijnt ook het verzet tegen vooruitgang te zijn. Christoph Hübenthal betoogt dat dit antagonisme geenszins een noodzakelijk gegeven is en dat religieuze argumenten in het publieke domein wel degelijk een grensverleggende werking kunnen hebben.
REFLECTIE | Hans-Martien ten Napel
JURIDISCH PERSPECTIEF
Vrijheid van godsdienst als tweederangsrecht?
Welke juridische bescherming zal er in de toekomst nog worden geboden aan radicaal gelovigen, dat wil zeggen, mensen wier opvattingen en de uiteenlopende manifestaties daarvan, vergaand afwijken van andere (meerderheids)opvattingen in de samenleving? Deze kwestie is des te urgenter, wanneer men bedenkt dat inmiddels ook bijbelgetrouwe protestanten en praktiserende katholieken aan deze definitie van radicale gelovigen voldoen.
SLOTBESCHOUWING | Hans Schilderman
Verantwoord geloven
Kun je het woord ‘radicaal’ voor geloven nog wel gebruiken zonder jezelf verdacht te maken? En welke maatschappelijke bijdrage valt van godsdienst en levensovertuiging nog te verwachten? Aan de hand van een beknopte samenvatting van de voorgaande bijdragen in deze Handelingen-editie zoekt hoofdredacteur Hans Schilderman naar antwoorden.
IN BEELD | René Rosmolen
Geworteld
Beeldmeditatie bij de door Henri Matisse ontworpen Chapelle du Rosaire in Vence
VRAAGGESPREK | Nico Krijn
De ‘intolerantie van de tolerante’
In 2010 en 2011 werd Bob de Graaff hoogleraar Inlichtingen- en veiligheidsstudies aan zowel de Nederlandse Defensieacademie in Breda als de Universiteit Utrecht. Binnen de Inlichtingenstudies behoort hij tot degenen die minder belang hechten aan een realistische benadering (‘hoeveel kernkoppen of hoeveel manschappen heeft de vijand?’) dan aan duiding. In dat opzicht blijft hij geïnteresseerd in narratieven die mensen motiveren, mobiliseren en eventueel radicaliseren en aldus zelfs geweldgebruik legitimeren.
Nico Krijn:
Onder de religieuze narratieven zijn het vooral de apocalyptische die spreken tot de verbeelding. Orthodoxen kunnen deze teksten als leidraad voor hun leven kiezen. Hoe ontstaat uit een religieuze orthodoxie een fanatisme dat uitmondt in fysiek geweld?
Bob de Graaff:
In essentie opent religie het zicht op een ideële wereld, één die in beginsel beter is, bijvoorbeeld het hiernamaals. Apocalyptici maken de kloof tussen de werkelijke en de ideële wereld bijzonder pregnant. Zij gaan zo ver dat zij het als immoreel voorstellen om niets te ondernemen teneinde deze kloof teniet te doen.
Men vraagt zich af hoe lang de mensen nog moeten lijden voordat God ingrijpt en de ideële wereld realiseert. In de werkelijke wereld heerst ongerechtigheid. Door het leven in zo’n wereld in combinatie met een groeiend ongeduld komt men tot actie. Mensen worden gemobiliseerd zich aan te sluiten, en als je hun opvattingen deelt voel je je bijna zondig als je niet meedoet.
In extreme vorm wil men iedereen die het heilsplan verhindert uit de weg ruimen. De fanatici worden zo de gewapende helpers van God. Zij bezigen uitdrukkingen als ‘we kunnen niet op God wachten’ en ‘we zullen God een handje helpen’. Ook denkt men in termen van revolutie. Een revolutie die morgen beginnen moet en niet pas over tien jaar. De fanatici kunnen niet wachten, ze zijn bij uitstek voluntaristen.
Soortgelijke ontwikkelingen zie je in het socialisme en communisme, die ook een heilsverwachting kennen. Marx was van mening dat de economie zich geleidelijk moest ontwikkelen, maar Lenin pakte meteen aan.