2004/1 De waarderingstheorie
Editieredactie: Hubert Hermans, Tjeu van Knippenberg & Wim Smeets
In het pastoraat vinden tal van ideeën en methoden toepassing die oorspronkelijk uit andere werkvelden stammen. Sommige houden het niet langer uit dan de tijd van een rage, andere gaan mettertijd als het ware tot het basisgereedschap van de pastor horen. Wie gebruikt bijvoorbeeld nog beatmuziek in de liturgie? Tegelijk zal geen pastor bijvoorbeeld de waarde van de basishoudingen uit de cliëntgerichte gesprekstherapie (Carl Rogers) voor het pastoraat ontkennen.
Een methode die sinds enkele decennia in het pastoraat wordt toegepast, is die van de Zelfconfrontatiemethode (ZKM), ontwikkeld door de Nijmeegse psycholoog Hubert J.M. Hermans. Ontstaan op het terrein van het persoonlijkheidsonderzoek, vonden anderen in deze methodiek aanknopingspunten voor een gehele of gedeeltelijke overname ervan in hun eigen werk. Zo ook in het pastoraat en de pastorale supervisie. Langs verschillende wegen hebben velen kennisgemaakt met deze methode: tijdens hun studie, nascholing of lectuur, in groepswerk, via supervisie of andere begeleidingsvormen.
De redactie vond de tijd rijp om een stand van zaken op te maken. Op welke wijze wordt de Zelfconfrontatiemethode toegepast in het pastoraat? Deel I biedt een inleidende oriëntatie in de theoretische achtergrond van de methode: de waarderingstheorie en theorie van het dialogische zelf (Hermans & Van Knippenberg). Deel II van dit nummer biedt een greep uit de diverse toepassingen: in het individuele pastoraat (Hacking), het groepspastoraat (Strijards), levensbeschouwelijk onderwijs en opvoeding (Bakker), opleiding en supervisie aan pastores (Putman, Lootens).
Aan de overname van methoden uit andere werkvelden in het pastoraat zitten kansen en risico's. Het werk kan winnen aan creativiteit, door de mogelijkheden van een nieuwe aanpak. Maar juist de creatieve toepassing van een methode kan ertoe leiden dat zoveel van de oorspronkelijke aanpak wordt gewijzigd of veranderd, dat het eigene verloren gaat. Tegelijk met een methode wordt ook een achterliggende theorie soms klakkeloos binnengehaald. Niet altijd zijn de theoretische uitgangspunten te verzoenen met een theologische antropologie. Tegelijk kan de theologie gebaat zijn bij een fundamentele discussie met dit 'andere gedachtegoed'. De praktische theologie is bij uitstek een wetenschappelijke discipline die leeft van de kritische uitwisseling met theorieën en concepten uit andere disciplines.
In deel lIl van dit themanummer reflecteren twee psychologen (Alma, Van Belzen) en twee theologen (Schotsmans, Schilderman) over de vraag: hoe zit dat met de toepassingen van de Zelfconfrontatiemethode in het pastoraat? Wordt de methode op een verantwoorde wijze toegepast? En wat gebeurt er met de theoretische achtergrond van de methode, de waarderingstheorie en theorie van het dialogische zelf?
De auteurs in dit themanummer behoren tot de volgende vakgebieden: praktische theologie, humanistiek, moraaltheologie, cultuur- en godsdienstpsychologie en persoonlijkheidspsychologie. Over praktijk en theorie komen stemmen uit Nederland en Vlaanderen aan het woord. Gesprekspartner van de praktische theologie is in dit themanummer vooral de psychologie. Hiermee wordt aangeknoopt bij een traditie die in dit blad een bijzondere vorm had gekregen bij de fusie met het Tijdschrift voor Pastorale Psychologie in 1973. Voor de praktische theologie kan de hier gevoerde discussie een voorbeeld zijn van de ontwikkeling van 'intradisciplinariteit', dit wil zeggen het zelfstandig leren hanteren van methoden uit andere disciplines. Wij hopen dat dit themanummer verder behulpzaam kan zijn voor pastores die de Zelfconfrontatiemethode zelf (willen) gebruiken in hun werk.
DEEL I – INLEIDING
Hubert Hermans & Tjeu van Knippenberg, De dialogische aard van het menselijk waarderingsleven
DEEL II – TOEPASSINGEN
John Hacking, De toepassing van de ZKM in het studentenpastoraat
Hans Strijards, De stem van het collectief. ZKM en groepspastoraat
Dieuwertje Bakker, Zelfconfrontatie in humanistisch levensbeschouwelijke opvoeding
Willem Putman, De bijdrage van de ZKM aan de supervisie van (aankomende) pastores. Een ervaringsbericht
Dominiek Lootens, Meerstemmige pastores en narratief pastoraat. Het gebruik van de theorie van het meerstemmige zelf, de waarderingstheorie, de ZKM en de PPR in de nascholing van pastores
DEEL III – REFLECTIE
Hans Alma, Religieuze mogelijkheden van de ZKM en de theorie over het dialogische zelf. Evaluatie van de toepassingen vanuit godsdienstpsychologisch perspectief
Jaap van Belzen, Van techniek naar theorie. Mogelijkheden voor onderzoek naar religie met behulp van de theorie van het dialogische zelf
Paul T. Schotsmans, De waarderingstheorie in relatie tot normen en waarden. Evaluatie van de toepassingen vanuit fundamenteel moraaltheologisch perspectief
Hans Schilderman, Morele en religieuze waardering. Waarderingstheorie vanuit pastoraaltheologisch perspectief